ACTIVITEITEN > Toen
55 jaor Osse openbare carnaval
13-02-2019 / 10-03-2019
jublieumtentoonstelling SCVO 2019
In 2019 bestaat de SCVO, Stichting Carnavalsviering Oss, 55 jaar. Dat is 5 x 11 jaar. Bovendien draagt carnavalsliefhebber en verzamelaar Piet van Lijssel zijn collectie over aan het Stadsarchief Oss en Museum Jan Cunen. Reden genoeg om in de Bibliotheek en het Stadsarchief een tentoonstelling te wijden aan het Osse carnaval en de geschiedenis hiervan. Deze tentoonstelling was te zien van 13 februari tot en met 10 maart 2019.
Prins M. Ceulemans in de Osse stationsrestuaratie
Verboden carnaval
Ook in de naoorlogse jaren kende men in Oss de behoefte om feest te vieren. De werkeloosheid was echter groot en het ontbrak de meeste arbeidersgezinnen aan geld om uitbundig te kunnen feesten. Daarnaast speelde de katholieke kerk in die tijd een grote rol. De pastoor bepaalde wat goed was voor de mensen en predikte soberheid. In die context paste geen uitspatting zoals carnaval. De toenmalige Osse deken Van Herpt wilde hier dan ook niets van weten. Het gemeentebestuur volgde de mening van de kerk, waardoor elke uiting van carnaval of verkleedpartij in het openbaar verboden werd. Het carnaval vieren mocht alleen in besloten sfeer plaatsvinden.
Een aantal Osse cafés besloot om tijdens het carnaval een verklede feestavond te houden. In gewone kleren en met een rode zakdoek in de zak gingen de carnavalsvierders dan naar zo'n café. Na binnenkomst kreeg men door de kastelein een papieren feestmuts uitgereikt, de zakdoek werd omgeknoopt en het feest kon beginnen. Na afloop was het: feestmuts inleveren, zakdoek in de zak en 'anoniem' huiswaarts gaan.
De eerste carnavalsverenigingen
Maar het 'carnavalsvirus' kroop waar het niet gaan kon. In 1950 werd in café Het Fort de Eerste Osse Carnavalsvereniging (EOCV) opgericht. In Café Dancing Flora aan de Floraliastraat (bij de meeste Ossenaren bekend als café Has Megens) werd in 1953 de carnavalsvereniging De Vrolijke Vagebonden opgericht. De Vrolijke Vagebonden hadden toen al een eigen prins: Leo (Broertje) van Grunsven, die onder de prinsennaam Othello den Urste de scepter zwaaide tijdens de eerste besloten carnavalsfeesten. Kleding werd toen gehuurd. Omdat er nog geen officiële kleding voor prins en raad bestond, trok men aan wat voorhanden was. Zo liep de raad van elf in cowboy- en Zwarte Pietenpakjes en droeg ook de prins een Pietenpak.
De Vagebonden waren een voorbeeld voor steeds meer carnavalsclubs die ontstonden in diverse Osse cafézalen. Bekende gelegenheden als De Korenbeurs, Suisse, Hotel van Alem, Wilhelmina en de Zanzibar hielden al besloten carnavalsavonden. Maar voor carnaval buiten de deuren van de kroeg waren de Ossenaren aangewezen op Den Bosch, waar al tientallen jaren in het openbaar een carnavalstraditie was, voorzien van veel spektakel en optochten. Veel Ossenaren gingen dan ook naar 'Oeteldonk' om zich daar te vermaken.
Uit de beslotenheid
Het duurde tot maar liefst 1964 voordat Oss kennis mocht maken met het openbare carnaval. De in 1963 aangestelde nieuwe burgemeester Louis Jansen had, in tegenstelling tot zijn voorganger, geen moeite met openbare carnavalsvieringen. Integendeel, in zijn vorige gemeente Cuijk had hij het openbaar carnaval van de grond getild en hij stelde zich ook in Oss hiervoor open.
Op een vergadering van carnavalsvereniging De Deurdouwers in 1964 werd de vraag gesteld of het mogelijk was in Oss een goede carnavalsoptocht te organiseren. Daarop ontstond het idee om een overkoepelend orgaan van alle carnavalsclubs op te richten. Iedereen bleek enthousiast. In oktober 1964 werd de oprichting notarieel bekrachtigd en werd de Stichting Carnavalsviering Oss, afgekort SCVO, een feit.Vanaf dat moment mocht Oss openbaar carnaval gaan vieren en Oss raakte al snel in de ban van carnaval. Er kwam een eigen hofkapel: De Konthamers (kikkervisjes). Carnaval met de Konthamers in De Korenbeurs staat bij vele Ossenaren nog in het geheugen gegrift. In 1967 kreeg Oss ook zijn eerste jeugdprins: Karel-Jan van Kesteren, zes jaar oud.
Iedereen stak de handen uit de mouwen om het feest een jaarlijks, stedelijk hoogtepunt te laten zijn. Er werden pronkzittingen georganiseerd en ook de huzarenbals waren heel bekend. Oss kende al snel veel carnavalsclubs, waaronder enkele grote, zoals de Raauw Ossekar, 't Hennekot en de Krinkelkoppen. Ook alle kleinere clubs, zoals de Vlaskoppen, de Houtklappers, de Heuvelkwaekers, de Vrolijke Schuit, de Deurdouwers, de Deursmeerders, Oplappers en vele andere deden actief mee aan alle jaarlijkse activiteiten.
Prinsen
De eerste stadsprins van Oss was een Bosschenaar. Het was na de oprichting van de SCVO in 1964 te kort dag om een Osse prins te vinden. Deze Bossche prins was al eens in Oss geweest en dat was goed bevallen. Zo zou 'Jacques den Urste' in 1965 voor het eerst de scepter over het Ossekoppenrijk gaan zwaaien.
Bij oprichting van de SCVO werd verder afgesproken dat clubs wel een prins mochten benoemen, maar dat die alleen de naam 'grootvorst' mocht dragen. De titel 'prins' was voorbehouden aan de stadsprins van Oss. Bekende personen als wethouder Jules Koops, Wim Dik, Willy Walters, John van Boekel en Theo van der Steen zijn tijdens het Osse carnaval als stadsprins voorgegaan.
De jeugdoptocht in Oss in 2013
Terug
|